De mama van Salima

draagt een hoofddoek.

Blauw of geel of roze,

met bloempjes of gestreept.

Ik weet niet goed waarvoor

zo'n hoofddoek is bedoeld.

Maar elke dag vertelt hij

hoe vrolijk die mama zich voelt. 

't is zo'n jaar of wat geleden,

dat m'n pa voorgoed verdween.

Mama heeft een vriend gevonden,

want alleen is maar alleen.

Met een cola in m'n kamer;

Madonna staat zo hard als 't kan.

Mama is toch weer gaan praten,

lekker naar die and're man.

Ze noemt het 'eenzaamheid verdrijven'.

Vergeet ze dat ik hier nog ben.

Met m'n tranen in m'n kamer

ben ik Madonna's grootste fan.

Er zijn te weinig woorden

om te zeggen wat ik voel

gewoon te weinig letters

die vertellen wat ik bedoel.

Er bestaan geen echte tekens

geen duidelijke zinnen

in geen enkele mensentaal

voor de pijn hier diep vanbinnen.

Want als twee ouders scheiden

hun liefde breekt als glas

wat blijft er dan nog over

van 't kind dat liefde was?

Ik ben ik

niet te dun

niet te dik

niet te recht

niet te krom

niet te slim

niet te dom

niet te lelijk

niet te knap

niet te traag

niet te rap

ik ben ik

geen held of ster.

Ik schop het

waarschijnlijk

nooit echt ver.

Maar ik ben ik

niet te groot

niet te klein.

Ik zou nooit

iemand anders

dan mezelf

willen zijn.

Ik zeg: "Lieve Heer ..."

maar dan weet ik niet meer.

Ik praat niet zo graag met meneren.

Ze zeggen: "Wat zeg je?"

en: "Leg nou eens uit wat je eigenlijk bedoelt ..."

Dat doen moeders nooit.

Moeders begrijpen meteen wat je voelt

en ze geven je ook nog een kus.

Dus

Als God nu een vrouw was

(of een opa - dat kan,

want opa's die waren alleen maar

heel vroeger een man)

dan wou ik het nog eens proberen -

God,

ik spreek u later wel weer

wanneer u verandert in een dame.

Dat kunt u toch wel?

Als u dat niet eens kunt ...

Tot dan, lieve Heer,

dag hoor,

amen.

Meisje

Ik wil geen jurk met bloemen

en geen speldje in mijn haar.

Ik hoef geen poppenhuis.

Een roze kamer vind ik raar.

Ik speel graag met mijn auto's 

en ik voetbal donders goed.

Als de meisjes zich verkleden,

weet ik niet wat ik moet.

Die keurige prinsesjes,

daar hoor ik heus niet bij.

Meisjesgedoe is leuk,

behalve dan voor mij. 

Mijn vader in bad

Als mijn vader in bad zit

kan ik eindelijk met hem praten.

Machteloos ligt hij in het water

te luisteren naar wat hij gesnater

noemt. Ik heb het over school

over Manne met zijn scheve ogen

die altijd moeilijke woorden gebruikt.

Wat betekent nou bepalen? 

"Ik heb een beetje ruzie 

met Ties, kun jij dat bepalen?" 

Wat moet ik daar nou mee?

Laat hij dat zijn meester vragen.

Mijn vader bromt wat af en toe

maar dat geeft niet: ik schuif

mijn krukje dichterbij het bad. 

ik laat me niet door hem bepalen. 

In de nacht

Soms kun je de slaap niet vinden.

Niemand die je troosten kan. 

Ook een man kan soms niet slapen. 

In de nacht huilt soms een man. 

En de dag maalt door de nacht,

maalt van alles wat je dee

tussen grote molenstenen,

en je hersens malen mee.

De nacht is voor de denkenden.

Ook al willen ze niet,

ze moeten - steeds weer.

Je dankt dat je denkt,

maar je kunt niet meer denken,

 en daar denk je dan over

- steeds weer.

Maar dan komt de nieuwe dag:

geur van eieren en spek.

En de zon, de zon, de zon die glimt

als een lade vol bestek. 

Drie jongetjes

Er waren eens drie jongetjes, die wilden op ballet.

Ze dansten in de lift en op de trappen van de flat.

Ze maakten hoge sprongen, helemaal tot aan 't plafond

en draaiden met hun drietjes pirouettes op 't balkon.

Hun moeders vonden dat het zo beslist niet verder kon.

Ze waren al eens bijna van de reling afgegleden;

straks viel er nog een jongetje van driehoog naar benden!

En daarom bonden ze de jongens soms een beetje vast

of sloten ze op zolder op of ergens in een kast.

En als de jongens zeiden dat ze 't nooit meer zouden doen, 

dan mochten ze eruit en kregen alle drie een zoen.

Dan speelden ze heel zoetjes met een bal in het plantsoen,

maar na een poosje dansten ze weer op de galerijen

en lieten zich met losse handen van de leuning glij'en.

Toen werder ze naar bed gestuurd, voor straf, en zonder eten.

'Nou,' zeiden toen de jongetjes, 'ze moeten 't zelf maar weten!'

Ze klommen 's avonds uit het raam, verlieten hun gezin, 

en dansten met hun drietjes fijn de wijde wereld in.

Joris Jan Bas

Joris Jan Bas uit Koog aan de Zaan

trok op een ochtend een jurkje aan.

Toen ging hij naar school met een strik in zijn haar

en alle kinderen pestten hem daar.

'Kan me niet schelen,' riep Joris Jan hard,

'ik ben tenminste een beetje apart.

Niet zo gewoon als de rest van de klas.'

Nou zeg, die durfde, die Joris Jan Bas!

De volgende ochtend in Koog aan de Zaan

had iedere jongen een jurkje aan,

behalve een jongen met haar groen als gras.

Je mag drie keer raden wie of wat dat nou was.

Het meisje dat geen poppen wilde

Er was eens een meisje,

dat wilde geen poppen

maar schroeven en moeren

en trappen en schoppen.

Ze sloeg alle jongens

op straat op hun smoel

en schopte de bal

met een loei in het doel.

'Als je haar niet kent

zou je denken: 't is een vent!'

riep op een dag een jongen

en toen zijn er ineens

tranen van blijdschap

in haar ogen gesprongen

Jan

'Zeg papa, luister eens,' zegt Jan,

'Ik wou je graag iets vragen.

Waarom moet ik mijn haren kort

en altijd broeken aan?

Ik wil graag rode schoenen hebben 

en een jurkje dragen

en kijk, mijn haar, daar heb ik vast twee strikken in gedaan!'

'Dat kan toch niet,' zegt papa dan,

'want wij zijn stoere knapen!

Die dragen nooit een jurkje

en nooit strikken in hun haar.

Haal ze gauw weer uit je haar

en ga maar lekker slapen.

Je bent een lieve jongen, hoor.'

'Da's helemaal niet waar!

Ik zie er als een jongen uit,' zegt Jan,

'maar niet vanbinnen.

Er zit in mij een meisje

en dat meisje wil eruit.'

'Wat ben je toch voor rare,

malle dingen aan 't verzinnen?

Welterusten, hoor,' zegt papa

als hij de gordijnen sluit.

Dan doet hij zacht de deur dicht.

In zijn bedje piekert Jan.

Hij staart maar in het donker

omdat hij niet slapen kan.

Iedereen doet wat

Papa strijkt de schone was.

Mama maait het hoge gras.

Opa knutselt in de schuur.

Oma verft de vieze muur. 

En ik stop de pop in bad. 

Zo doet iedereen wel wat!

Zelf mijn hondje heeft het druk,

want die bijt zijn botje stuk.

Een cadeautje

Vader kocht voor mijn verjaardag

weer een bouwdoor voor mijn trein,

omdat hij dat zelf zo leuk vond - 

ik had liever een konijn.

Als ik hem op zijn verjaardag 

een veren met een konijn 

omdat ik dat nou zo leuk vind - 

zou hij daar dan blij mee zijn? 

Alsof

ik leef zo klein op school

zo binnen muren

in het harnas van mijn vel

ik houd me stil op school

alles voor me

ik ben meer niet dan wel

ik doe alsof op school

alsof aanwezig

alsof ik strak en snel

ze zien me niet op school

niet hoe ik echt 

omdat ik dubbelspel 

Ben ik dat? 

Zolang je maar draagt 

wat zij dragen

je jas, je tas

in de goede kleur

niet mooier dan zij

dat geeft maar gezeur

Zolang je maar roept

wat zij roepen

hé rare, hé gare

en de meiden nafluit

niet leuker dan zij

anders lig je er uit. 

Zolang je maar meedoet

zolang je maar wat?

zolang je maar niks

ik ben het mooi zat!

Spiegel

Ik weet niet wie ik zie. 

Een meisje met een wipneus

en een hoofd vol fantasie?

Een piekeraar of prinsenkind,

een engel die geen vleugels vindt,

een dromer met een droeve blik?

Vandaag ben ik niet ik. 

Politieagent

Er sluipt een dief 

bij oma's flat

ze ziet het niet

ze ligt in bed

het is al laat

rond halftien

en ik alleen 

heb het gezien

ik pak mijn pak

pistool en pet

en ren an snel

naar oma's flat

hands up, jij boef! 

roep ik heel koel

en bind hem vast

aan oma's stoel

ik sluit hem op 

zoals het hoort

't is kwart voor tien

oma slaapt

heeft niets gehoord

en niets gezien. 

Timmerman

Duimstok in mijn broekzak

potlood achter mijn oor

ik zaag het hout 

ik schroef en boor

ik timmer

en timmer 

en timmer maar door

ik timmer een tafel

ik timmer een stoel

een hok voor de hond

een heleboel

"kom nou eten," zegt mijn papa

ik heb geen tijd 

dus kom ik niet 

als ik vanavond honger krijg

timmer ik wel een bordje friet

ik zaag het hout 

ik schroef en boor

ik timmer

en timmer

en timmer

en timmer maar door.